Vermogensbeheerders herbalanceerden vorige week de portefeuilles, zoals dat vaak gebeurt aan het einde van de maand.
Door de vrije dag is deze week wat korter, en er wordt weinig nieuws verwacht. De Bank of England komt donderdag bijeen, maar men zal waarschijnlijk niet veel meer doen dan vaststellen dat de groei de verwachtingen overtreft. De markten zullen zich liever richten op het verschil in vaccinatiepercentages tussen de VS en de eurozone. Dit wordt steeds kleiner, en dat zou voor opwaartse druk op de euro kunnen zorgen.
Belangrijke valuta in detail
EUR
De stijging van het bbp in het eerste kwartaal van 2021 en de inflatie in de maand april waren beide grofweg zoals verwacht. De eerste liet een krimp zien van 3,2% op jaarbasis, maar dit is een retrospectief cijfer, dat volledig werd genegeerd. De markten hadden meer interesse in de indicatoren die vooruitkijken – en die veelbelovend zijn. De headline inflatie is in april sterk gestegen, vooral door de stijging van de energiekosten. De kerninflatie bleef beperkt, met name door de nog bestaande coronamaatregelen. Net als in het VK staat deze week weinig nieuws op de agenda. De aandacht zal daarom waarschijnlijk gericht worden op de uitbetaling van de middelen uit de Recovery and Resilience Facility.
GBP
Er waren in het VK vorige week geen publicaties van ‘first-tier’-cijfers, dus volgde het Britse pond vrijwel elke ’tick’ van de euro ten opzichte van andere wereldvaluta. Donderdag zal het voor het pond echter een volatiele dag worden. De Bank of England zal naar verwachting geen wijzigingen in het huidige beleid aankondigen, maar de reactie van het MPC op de recente sterke cijfers wordt interessant. Vervolgens krijgen we de uitslagen van de Schotse parlementsverkiezingen, waarbij verwacht mag worden dat de voorstanders van onafhankelijkheid opnieuw een meerderheid zullen behalen, wat het politieke risico voor het pond kan vergroten.
USD
De Federal Reserve hield tijdens zijn bijeenkomst van april voet bij stuk. Men blijft ‘dovish’, dat wil zeggen is van plan om ondanks een sterke economie en inflatiedruk vast te houden aan een vergaand monetair stimuleringsbeleid. Het bbp was in het eerste kwartaal veel beter dan verwacht: er was – ondanks een waardevermindering van vermogen – een stijging van 6,1% op jaarbasis. Dit is een goed teken voor de toekomst. Negatieve factoren voor de Amerikaanse dollar zijn dat er nog steeds veel meer wordt geïmporteerd dan geëxporteerd en dat de meeste indicatoren voor prijsdruk de verwachtingen overtreffen, terwijl die verwachtingen al opwaarts zijn bijgesteld.